- Grote boom met een ronde brede kroon.
- De boomschors is grijsbruin met diepe verticale groeven en richels.
- Een typisch kenmerk voor iepen is de asymmetrische bladvoet.
- De ruwe iep bloeit vroeg in de lente met kleine rode bloemen in een hoofdje.
- De vruchten zijn vleugelnootjes omringd door een doorschijnende, elliptische vleugel. Ze zijn al rijp in mei.
- Van nature komt ruwe iep voor op kalkrijke gronden. Zelden in het wild in het zuiden van Haspengouw en in de Ardennen.
- Vaker aangeplant.
- Het hout heeft een fijne nerf en wordt in de meubelindustrie gebruikt. Vroeger wegens zijn taaiheid ook als naaf voor wielen.